SpringKikkerSpring

Vrolijk springend naar de cirkels met gevoelens die op de grond liggen, kun je met kinderen praten over allerlei gevoelens en wat je in sommige situaties kunt doen om je beter te voelen

Wanneer voel je je boos? Wanneer bang? Of verdrietig? Of blij? Gevoelens spelen een belangrijke rol in ons leven. Ze beïnvloeden sterk ons gedrag en daarom is het zinvol om ze te leren kennen en te begrijpen. In dit spel worden de kinderen gestimuleerd te ontdekken welke gevoelens ze kunnen hebben in een bepaalde situatie. Ook leren zij na te denken over de oorzaak van die gevoelens en te bedenken wat zij zouden kunnen doen om zich beter te voelen. Een zinvol spel ter ondersteuning van een therapie of een goede sfeer in de groep.

CooleKikker kan met kleuters gespeeld worden. Het is een leuke manier om met een hele groep het spel te spelen zonder dat de kinderen kunnen lezen. Laat de kinderen in een kring zitten rond 4 tegen elkaar geschoven tafeltjes waar het bordspel op ligt. De juf kiest de route. Om de beurt mag een kind met de dobbelsteen gooien en met de pion lopen. De juf leest dan een kaartje voor en de kleuters die een antwoord weten mogen hun vingers opsteken. De kinderen kunnen dan één voor één hun antwoord vertellen of met elkaar voordoen wat ze in de gevraagde situaties zouden doen.

Bij een andere werkvorm staan en lopen de kinderen vrij in de ruimte. De vijf cirkels, boos, bang, blij en verdrietig en de witte cirkel met het vraagteken, worden los verspreid op de grond gelegd. De oranje cirkel ‘Wat kan ik eraan doen?’ wordt daarbuiten neergelegd. Een volwassene heeft de kaartjes in beheer. Op ieder kaartje staat een situatie beschreven bijvoorbeeld: 'Je moet voor de klas een spreekbeurt houden. Hoe voel je je dan?‘ De kinderen springen naar de cirkels met gevoelens die zij bij de situatie vinden passen. Dat kan één gevoel zijn, maar ook meer. Het ene kind zal op ‘blij’ gaan staan, een ander kind gaat misschien met een voet op ‘blij’ en met een andere voet op ‘bang’ staan. Als een kind niet kan kiezen, mag het naar de witte cirkel met het vraagteken springen. Zonodig kan een kind gevraagd worden waarom het op dat gevoel is gaan staan. Wees echter voorzichtig en zeer zorgvuldig met het stellen van vragen en dring niet teveel aan.

Sommige situaties, vooral als ze met onprettige gevoelens gepaard gaan, kunnen nog niet benoemde emoties bij de kinderen teweegbrengen. Benoem een aarzeling bij een kind positief (‘soms kun je er nog niet over praten’) en zorg dat de kinderen zich veilig en geaccepteerd blijven voelen. Af en toe kan aan een kind gevraagd worden om op de oranje cirkel te gaan staan en te bedenken wat het in die situatie zou kunnen doen om zich beter te voelen. Kies ongeveer 20-25 kaartjes om mee te spelen. Het is verstandig om van tevoren kaartjes met een beladen onderwerp (zoals de echtscheiding van de ouders) achterwege te laten. Beëindig het spel naar eigen keuze, na het voorlezen van ongeveer 10 à 20 kaartjes. Het is goed om na afloop van het spel nog wat na te praten over wat er naar voren is gekomen zodat ieder kind zich geaccepteerd voelt.