Rekensprint Getalbegrip t/m 20
Inhoud: Handleiding met achtergrondinformatie, instapschema’s, registratieblad, aftekenblad, diagnostisch onderzoek, analyseformulier, spelletjes, stoplichtcijfers, splitsblad en getallenlijnen; 21 grote getallenkaarten met afbeeldingen van vingers, 10 dagkaarten, 12 doosjes sprintkaartjes, plaatswaardekaarten, MAB-kaart, getallendicteekaart, buurgetallenkaart, 50 breekblokjes, MAB Materiaal, dobbelstenen, pionnen en een beschrijfbare dobbelsteen. Verpakt in stevige kunststof opbergdoos.
Eerst getalbegrip daarna leren automatiseren
Rekensprint Getalbegrip t/m 20 is een interactief remediërend oefenprogramma voor het verstevigen van het getalbegrip in het domein 10 t/m 20, vooral bedoeld voor die kinderen die in groep 2 en 3 hierop achterblijven. Er wordt ook geoefend met rekenbegrippen en splitsen. Rekensprint Getalbegrip t/m 20 is het vervolg op Rekensprint Getalbegrip t/m 10.
Het programma is bedoeld voor kinderen vanaf 5 jaar die weinig begrip hebben van hoeveelheden t/m 20 en de bijbehorende getalwoorden en cijfers. Kinderen die moeite hebben met voor- of achterwaarts tellen in het domein t/m 20, bijvoorbeeld nog niet snel weten wat de buurgetallen zijn van 12 en die problemen hebben met het begrijpen en kunnen toepassen van rekentaal. Het kunnen leerlingen zijn met zwakke of beneden-gemiddelde scores op de Cito Rekenen & Wiskunde M2 t/m E4 of leerlingen bij wie op grond van observaties of onderzoek problemen zijn gesignaleerd in de rekenontwikkeling. Het programma is ook bedoeld voor oudere kinderen met dyscalculie die door hun rekenstoornis, moeite hebben met het verwerken van getallen. Het is belangrijk om met deze kinderen volgens een goede opbouw te oefenen om te voorkomen dat ze hun leven lang zwakke rekenaars blijven.
In Rekensprint Getalbegrip t/m 20 oefenen we systematisch met het overzien en vergelijken van hoeveelheden en met de verdeling van hoeveelheden en getallen t/m 20 in tientallen en eenheden. Ter verduidelijking werken we met positiekaarten, MAB-materiaal en plaatswaardekaarten in de bekende Montessorikleuren. Op deze manier leren kinderen vanaf het begin hoe de getallen boven de 10 in elkaar zitten en leren ze spelenderwijs om te gaan met tientallen en eenheden. Kinderen moeten eerst een tijd handelend bezig zijn met concrete oefeningen om zo inzicht te krijgen in hoeveelheden en de relatie tussen getallen. Als de kinderen deze vaardigheden beheersen, kunnen zij na het doorlopen van Rekensprint Getalbegrip t/m 20 doorstromen naar Rekensprint Start vanaf week 21. Zij kunnen dan aan de slag met de sommen tot 20. Het oefenen van het automatiseren komt na de fase van begrip en het oefenen met materialen.
Help ons en andere klanten door het schrijven van een review